Programmaplannen

Individuele ondersteuning

Doel programma

Zoveel mogelijk inwoners met problemen op sociaal maatschappelijk gebied te bereiken, te ondersteunen en financiële zelfstandigheid te bevorderen, zodat de kwaliteit van hun leven verbetert c.q. op peil blijft.

Ontwikkelingen programma

Algemeen
Voor het sociaal domein in het algemeen en programma 3 in het bijzonder geldt dat de vraag van inwoners uit Ede groter is dan het historische budget dat oorspronkelijk uitgekeerd werd voor het sociaal domein Dat geldt overigens voor (vrijwel) alle gemeenten in Nederland. De incidentele toevoeging van middelen aan het budget voor jeugdhulp maakt dat de druk voor 2022 van de ketel is. Wanneer deze middelen door een volgend kabinet niet structureel worden toegevoegd aan het gemeentefonds, zal het doel van programma 3 wederom onder druk komen te staan.

In het derde kwartaal van 2021 gaan we starten met de integrale sociaal teams. We gaan in het sociaal domein nog nauwer samen werken door de alle disciplines te betrekken bij casussen die over de verschillende domeinen heen problematiek kennen. We stemmen interventies af zodat ze elkaar versterken. Dit moet leiden tot betere oplossingen voor onze inwoners tegen lagere kosten.

Maatwerkvoorziening
Wmo
Het beroep op ondersteuning vanuit de Wmo zal de komende jaren stijgen; zowel de vergrijzing als het abonnementstarief dragen hieraan bij. Door de dubbele vergrijzing (zowel het aandeel ouderen als de leeftijd nemen toe) stijgt het aantal hulpbehoevende ouderen. Door het landelijke en Edese beleid om zoveel mogelijk zelfstandig te wonen, verwachten we in 2022 een verdere verzwaring van de zorgvraag. In 2022 zetten we extra in op passend indiceren en het afschalen van specialistische naar reguliere begeleiding.

Met ingang van 2022 zal de gemeente Veenendaal onderdeel worden van de Valleiregio v.w.b. beschermd wonen en maatschappelijke opvang. Het beschermd wonen zal met ingang van 2023 verder worden gedecentraliseerd van Ede als centrumgemeente naar alle regiogemeenten. Dit leidt tot een majeure verschuiving van taken en daarmee tot een majeure verschuiving van de financiën. In 2022 vinden alle voorbereidingen plaats.

De maatschappelijke opvang is in de voorgaande periode uitgebreid met de noodopvang. In 2022 komen alternatieven beschikbaar zoals zelfstandige huisvesting. Afhankelijk hiervan wordt een besluit genomen over de noodopvang.

Samen met Werkkracht onderzoeken we de mogelijkheden om meer inwoners te laten participeren. We kijken hierbij nadrukkelijk naar de inwoners die nu dagbesteding ontvangen. We hebben hiervoor gezamenlijk een nieuw product ontwikkelt, Opmaat naar werk, komende tijd onderzoeken we de effecten hiervan.

Jeugd
Uit recente cijfers (zomer 2021) zien we een opnieuw oplopend beroep op de ambulante jeugdhulp. Een trend is zichtbaar dat meer professionele hulp wordt ingezet en dat de behandeltrajecten langer doorlopen. Het beroep op de GGZ stijgt en we zien dat door druk bij de toegangsteams de route vanuit de huisarts vaker gekozen wordt. Aan de hand van de aard van de hulp kan een deel van de toename worden gerelateerd aan covid-19. Denk aan uitgestelde zorg en de hogere intensiteit daarvan, meer stress-, somberheid- en eenzaamheidsklachten en een verschuiving van groepsbegeleiding naar individuele begeleiding. Bij de kanttekeningen hoort ook dat wij steeds vaker signalen ontvangen van krapte op de arbeidsmarkt voor jeugdzorgwerkers en jeugdhulpverleners. We werken aan een analyse om meer zicht en achtergrond te krijgen bij de gesignaleerde ontwikkeling opdat passende maatregelen ingezet kunnen. De uitkomst moet vanuit financieel perspectief inzichtelijk maken in welke mate we te maken hebben met een ‘covid-hobbel’ en/of met een structureel karakter.

Dat in 2022 een financieel knelpunt ontstaat lijkt onafwendbaar. In 2021 ingezette trajecten lopen door in 2022, het nemen van gerichte maatregelen vertaalt zich met vertraging terug in cijfers. Het beeld dat zich in Ede aftekent past in een landelijk beeld van een toenemend beroep op jeugdhulp. Deskundigen geven aan dat goede stappen gezet worden vanuit het gedachtegoed en de bedoeling van de decentralisaties, dat effecten zichtbaar worden maar dat het nog wel een zaak is van lange adem.

Mede vanuit deze achtergrond zijn eerder dit jaar de extra middelen vanuit het Rijk beschikbaar gesteld.
Naar aanleiding van de landelijke discussie over de tekorten in de jeugdzorg hebben het Rijk en gemeenten afgesproken samen een niet vrijblijvende Hervormingsagenda 2022-2028 op te gaan stellen. Daardoor moet het jeugdstelsel op den duur beter gaan werken en financieel houdbaar worden. Deze agenda kan voor de komende jaren een behoorlijke invloed hebben op bestaand beleid. Vooruitlopend hierop zal in het najaar van 2021 in jeugdhulpregio FoodValley de Norm voor Opdrachtgeverschap in alle zeven gemeenten worden vastgesteld. Met deze norm spreken we als zeven gemeenten af hoe we willen samenwerken en welke inhoudelijke ontwikkelingen in de regio gewenst zijn. Daarnaast zal er voor wat betreft beleid en inkoop meer bovenregionaal moeten worden afgestemd.

Naar aanleiding van het kritische inspectierapport “Kinderen onvoldoende beschermd” van november 2019 is door de minister een wetswijziging van de jeugdwet aangekondigd.
In 2021 is deze wijziging bekendgemaakt. In reactie op het inspectierapport hebben de zeven Gelderse jeugdhulpregio's een verbeteragenda opgesteld onder voorzitterschap van de Edese wethouder Jeugd. In 2021 is de Gelderse Verbeteragenda Jeugdbescherming door zeven jeugdhulpregio’s, twee Veilig Thuis organisaties, de Raad voor de Kinderbescherming en vier Gecertificeerde Instellingen voor Jeugdbescherming vastgesteld. In 2022 zal deze agenda verder worden geïmplementeerd. Deze agenda sluit nauw aan bij het in ontwikkeling zijnde landelijke scenario kind- en gezinsbescherming en de pilot Jeugdlink die in Ede wordt uitgevoerd waarmee we de jeugdbescherming aan gezinnen in Ede sterk verbeteren.

Het woonplaatsbeginsel in de Jeugdwet zal met ingang van 1 januari 2022 veranderen. De consequenties van deze wijziging zijn voor Ede relatief groot: jeugdigen die oorspronkelijk niet uit Ede komen maar hier verblijven, vallen vanaf 2022 niet langer onder onze (financiële) verantwoordelijkheid. Jeugdigen die oorspronkelijk uit Ede komen maar nu elders verblijven, vallen vanaf 2022 zowel inhoudelijk als financieel onder onze verantwoordelijkheid.

Werk en participatie
Vanaf 2022 worden de budgetten loonkostensubsidie door het Rijk over gemeenten verdeeld op basis van gerealiseerde plekken. De bedoeling is om gemeenten te stimuleren het instrument loonkostensubsidie vaker in te zetten om meer mensen die behoren tot de doelgroep banenafspraak of beschut werk aan het werk te helpen. Het jaar 2021 geldt als nulmeting. Financiële gevolgen voor individuele gemeenten zijn nog niet bekend.

De arbeidsmarkt blijkt onverminderd krap. De dienstverlening van Werkkracht verbreedt, na een periode waarbinnen intensieve ondersteuning niet mogelijk was, weer haar focus om ook de groep werkzoekenden in het bestand die meer tijd nodig heeft om de arbeidsmarkt toe te leiden naar werk. Dit proces zal in 2022 gepaard gaan met meer nadruk op iets terugdoen voor de Edese samenleving.

Om meer inwoners te laten doorstromen vanuit arbeidsmatige dagbesteding naar werk - en waar nodig ook omgekeerd - wordt de ontbrekende schakel tussen arbeidsmatige dagbesteding en werk georganiseerd bij Werkkracht. Werkkracht onderzoekt het arbeidspotentieel van de kandidaten die aangeven de stap naar werk te willen zetten maar waarvan nog niet duidelijk is of die stap gezet kan worden.

Inkomensvoorziening
Algemene inkomensvoorziening
De demissionair minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de als onevenredig ervaren hardheden in de Participatiewet geïnventariseerd. De inventarisatie leidt tot adviezen om de wet op onderdelen te herzien. De herziening van de wet is zo fundamenteel dat uitvoering hiervan aan een nieuw kabinet wordt overgelaten. De gemeente Ede heeft, vooruitlopend op de verwachte wijzigingen, het giftenbeleid verruimd. De effecten hiervan zullen in 2022 en volgende worden gemonitord.

Aanvullende inkomensvoorziening
Het beroep op de aanvullende inkomensvoorziening zal na een jaar van onderbesteding in verband met de maatregelen rond de coronacrisis, naar verwachting terugkeren naar het niveau van voor 2020. Met de volgende kanttekening: de gemeente Ede heeft een vestigingsplicht voor statushouders. Het aantal voor 2022 wordt in het najaar door het ministerie vastgesteld. Wat dit betekent voor het beslag op de aanvullende inkomensvoorziening is nu op voorhand niet te overzien.

Schulddienstverlening
In 2021 is de vroegsignalering vanuit Wet gemeentelijke schulddienstverlening geïmplementeerd. Met de uitvoering van deze taak wordt samengewerkt met instanties als woonstede, energiebedrijven, zorgverzekeraars om problematische schulden bij inwoners te voorkomen. Door deze vorm van preventie wordt een beroep op intensievere vormen van schulddienstverlening ondervangen.

Het Adviesrecht gemeenten bij schuldenbewind, die de samenwerking moet gaan stimuleren tussen rechters, gemeenten en bewindvoerders, is ingevoerd. Deze samenwerking maakt het mogelijk om de meest passende hulp te vinden voor mensen met schulden. Gemeente Ede heeft, hierop vooruitlopend, BudgetPlus ontwikkeld. Met dit product wordt de inwoner ondersteund met zijn financiële problemen en gecoacht om in de toekomst financieel zelfredzaam te zijn. Toepassing hiervan kan betekenen dat het aantal inwoners dat schuldenbewind door de rechter opgelegd krijgt afneemt, en daarmee het beroep op de bijzondere bijstand dat voor de kosten van schuldenbewind wordt verstrekt ook afneemt.

In 2022 wordt het collectief schuldenregelen geïmplementeerd. Het gaat hier om landelijke afspraken met grote schuldeisers zodat zij vooraf akkoord gaan met een schuldsaneringsvoorstel dat door de schulddienstverlening wordt gedaan.

Financieel overzicht programma

Bedragen x € 1.000

Rekening

Begroting

Begroting

Raming

Raming

Raming

2020

2021

2022

2023

2024

2025

Maatwerkvoorziening

93.379

N

92.023

N

84.307

N

81.251

N

80.741

N

80.742

N

Werk en Participatie

18.203

N

19.643

N

15.968

N

15.729

N

15.560

N

15.517

N

Inkomensvoorziening

38.920

N

30.771

N

31.083

N

30.947

N

30.632

N

30.632

N

Lasten programma

150.502

N

142.437

N

131.359

N

127.927

N

126.933

N

126.891

N

Maatwerkvoorziening

3.395

V

2.289

V

2.202

V

2.125

V

2.020

V

2.020

V

Werk en Participatie

2.986

V

1.557

V

847

V

847

V

847

V

847

V

Inkomensvoorziening

34.118

V

25.488

V

25.488

V

25.488

V

25.488

V

25.488

V

Baten programma

40.500

V

29.334

V

28.537

V

28.461

V

28.356

V

28.356

V

Saldo van baten en lasten

110.002

N

113.103

N

102.821

N

99.466

N

98.578

N

98.536

N

Storting reserve

3.332

N

3.064

N

1.278

N

1.418

N

1.429

N

1.429

N

Onttrekking reserve

3.511

V

5.855

V

276

V

2.186

V

136

V

136

V

Resultaat

109.824

N

110.312

N

103.824

N

98.699

N

99.871

N

99.829

N

Lasten, baten en saldo

schaal x €1.000

Lasten

132.637

29,4 %

Baten

28.813

6,4 %

Deze pagina is gebouwd op 10/18/2021 11:34:11 met de export van 10/18/2021 09:44:42