Productgroep MAATWERKVOORZIENING

Bedragen x € 1.000

Toelichting

De productgroep maatwerkvoorzieningen daalt in 2022 fors in de lasten. Naast ombuigingen betreft dit € 4,5 miljoen aan incidentele budgetten 2021 voor het plan van aanpak ‘Iedereen een eigen passende woonplek’.
Dit is bestemd voor de transformatie van leegstaand vastgoed, begeleiding aan cliënten, renovatie van de opvang en het incidenteel continueren van Housing First. Daarnaast daalt het budget jeugdzorg in 2022 structureel met € 4,4 miljoen, voornamelijk als gevolg van het gewijzigde woonplaatsbeginsel per 1 januari 2022.
De onttrekkingen vanuit de reserves dalen in 2022 aangezien onttrekkingen in 2021 vanuit diverse reserves incidenteel van aard zijn. In 2023 zie we een hogere onttrekking van € 2 miljoen en dat betreft de eenmalige uitname reserve beschermd wonen vanuit de ombuigingen, vanwege de decentralisatie in 2023.
Hieronder gaan we nog nader op enkele producten in.

Maatwerkvoorzieningen - transformatieopgave sociaal domein
Op de algemene begrotingspost van maatwerkvoorzieningen zien we de nog in te vullen transformatieopgave vanuit het proces ombuigingen, maar ook enkele tijdelijke personele budgetten om de opgave te realiseren. De nog te realiseren taakstelling en daarmee daling van lasten loopt op tot een kleine € 2 miljoen in het jaar 2023. Het tijdelijke benodigde personele budget wordt in twee jaar volledig afgebouwd. Een en ander conform de besluitvorming in de Perspectiefnota 2022-2025.

Maatschappelijke opvang
Binnen de maatschappelijke opvang zien we een afnemend budget vanwege het hierboven al gemelde plan van aanpak ‘Iedereen een eigen passende woonplek’. Ook nemen de lasten af vanwege teruglopende kosten van de noodopvang in relatie tot de renovatie van het sociale pension. Hier tegenover stijgen de lasten aangezien de gemeente Veenendaal op dit dossier vanuit centrumgemeente Amersfoort overgaat naar Ede. De decentralisatie-uitkering MO is vanaf 2022 hierop aangepast.

Jeugdhulp
Het totale budget jeugdzorg daalt in 2022 per saldo met € 4,4 miljoen. Het gewijzigde woonplaatsbeginsel per 1 januari 2022 is de grootste factor hierin. Deze wijziging leidt tot een daling van de verblijfsuitgaven, zodat het effect op de algemene middelen in principe nihil moet zijn. Daarnaast dalen de begrote lasten door de noodzakelijke ombuigingen, is het budget op grond van besluitvorming bij de perspectiefnota gecompenseerd voor een nieuwe systematiek van prijscompensatie die nauwer aansluit bij landelijke ontwikkelingen en is € 0,5 miljoen toegevoegd voor het beschikbaar stellen van crisiscapaciteit en complexe casuïstiek.

Vraagafhankelijk vervoer
De lasten van het vraagafhankelijk vervoer stijgen met € 0,2 miljoen naar uiteindelijk € 1,7 miljoen in 2024. Dit wordt veroorzaakt doordat de kosten die de provincie voor haar rekening nam nu door de gemeenten zelf betaald worden.