Methode Duisenberg
Inmiddels zijn alle aanbevelingen die kwamen uit de pilot methode Duisenberg toegepast in de programmabladen.
De aanbevelingen zijn onder meer:
- De formulering van subdoelen is concreter en meer in overeenstemming met de vastgestelde beleidsnota’s.
- Relaties tussen subdoelen en prestaties zijn zichtbaar.
- Er staan nu beeldindicatoren (nauwelijks beïnvloedbaar maar wel relevant), effectindicatoren (enigszins beïnvloedbaar) en prestatie-indicatoren (wel beïnvloedbaar).
- Ketenpartners zijn vermeld.
- Streefcijfers zijn opgenomen bij effect- en prestatie-indicatoren.
- Waar mogelijk zijn referentiecijfers van gemeenten met 100.000-300.000 inwoners opgenomen.
Indicatoren programma's
In alle programma's zijn zo veel als mogelijk streefwaarden opgenomen bij de effect- en prestatie-indicatoren. Ingaande 2020 worden in door de gemeenteraad vast te stellen nota's, waar van toepassing, streefwaarden opgenomen. Deze streefwaarden komen dan terug in de programmabegroting. Omdat voor lang niet alle onderwerpen nota’s zijn opgesteld, is voor de andere beleidsterreinen gekozen om streefwaarden op te nemen die vanuit de beleidsafdeling in samenspraak met de wethouder in de programmabegroting worden opgenomen. Uitgangspunt is een reële inschatting/ambitie zodat de gemeenteraad een idee heeft waar we naar toe willen/kunnen gegeven de ontwikkelingen en de budgettaire mogelijkheden. Dit kan betekenen dat de streefwaarde gelijk is aan de laatst gemeten waarde.
- Nieuwe indicatoren worden aangeduid met een (1).
- De streefwaarde is de streefwaarde voor het jaar 2022.
- Referentiewaarde is de waarde bij gemeenten 100.000-300.000 inwoners uit Waarstaatjegemeente.nl (laatst beschikbare meting).
Overig
Diverse thema's zoals bijvoorbeeld duurzaamheid, food en transformatie sociaal domein spelen binnen verschillende programma's. Dit maakt dat gedeeltelijke herhaling noodzakelijk is.