Omgevingswet
De Omgevingswet gaat op termijn veel wet- en regelgeving vervangen. Dit kan gevolgen hebben voor ons beleid op het gebied van de kapitaalgoederen, denk bijvoorbeeld aan de Wegenwet, de Natuurbeschermingswet, de kapregels voor bomen en het Gemeentelijk RioleringsPlan.
Vertraging uitvoering van werken door corona
In toenemende mate lopen werkzaamheden vertraging op door een tekort aan grondstoffen en/of een vertraagde levering daarvan. De oorzaak ligt grotendeels bij de coronapandemie. Gevolg is dat geplande werken en werkzaamheden (veel) later uitgevoerd worden.
Klimaatverandering
Door klimaatverandering neemt de kans op wateroverlast, hitte, droogte en overstromingen toe. Dat levert risico’s op voor onze economie, gezondheid en veiligheid. Het is van groot belang dat Nederland zich aanpast aan deze veranderingen. Door de klimaatverandering is een omslag in het denken nodig: klimaatbestendig en waterrobuust inrichten moet een vanzelfsprekend onderdeel van ruimtelijke (her)ontwikkelingen worden. Naast overlast van water heeft de gemeente ook last van droogte met gevolgen voor beheer en onderhoud zoals van bomen, groenvakken stedelijk gebied en bossen, zandwegen (80 km), voetpaden (boomwortelopdruk). Daarnaast is een belangrijke ontwikkeling dat steeds meer invasieve soorten zorgen voor overlast en schade aan kapitaalgoederen. Na de Japanse duizendknoop en de eikenprocessierups is het belangrijk vooruit te kijken naar wat er op ons afkomt, zodat we sneller kunnen schakelen als we te maken krijgen met nieuwe invasieve soorten.
Biodiversiteit
Natuur en biodiversiteit wordt steeds belangrijker in onze samenleving, maar staat sterk onder druk. In de maatschappij is het besef doorgedrongen dat gevolgen van achteruitgang van biodiversiteit enorme impact heeft op de leefomgeving die we nu kennen. Als gemeente gaan we actief aan de slag om biodiversiteit te behouden en te versterken. Onze inzet richt zich voornamelijk op de basis van biodiversiteit: de bodem, het water, de vegetatie en insecten. Daarbij gaan we meer samenwerken met bewoners en ketenpartners om de achteruitgang van biodiversiteit terug te dringen. In onze buitengebieden richten we ons op herstel van ecosystemen en duurzaam beheer voor de toekomst. Ook binnen het stedelijk gebied blijven we inzetten op het versterken van ecologisch groen en het betrekken van kinderen bij dit onderwerp. We koppelen de inzet voor biodiversiteit zoveel mogelijk aan bestaand beleid en programma’s, zowel intern als extern. Natuur gaat een leidend principe in de Omgevingsvisie vormen en door de inzet voor biodiversiteit gaan we daar zichtbaar naar handelen. Zie ook Robuuste natuurversterking in programma 5.
Druk op de ondergrond
In het bestuursakkoord zijn ambities vastgelegd over de energietransitie, klimaatadaptatie en duurzaamheid. Deze ambities leiden onder andere tot de aanleg van het warmtenet, hemelwaterbuffering en gescheiden rioolstelsels. Daarnaast leidt ook een verdere digitalisering (glasvezel) tot een toename van de aanleg van kabels en leidingen. Ook het ondergronds brengen van de hoogspanningsleidingen heeft een groot ruimtebeslag. Dit leidt tot een intensivering van het gebruik van de openbare ruimte zowel boven- als ondergronds. De hoeveelheid ruimte is erg schaars geworden en blijft afnemen.
Impuls opgaven landbouwtransitie en robuuste natuurversterking
Het Rijk heeft besloten om de komende tien jaar € 5 miljard te besteden aan de aanpak van de stikstofproblematiek, voor zowel natuurherstel als bronmaatregelen ter vermindering van de uitstoot. Door naast de landbouwtransitie te investeren in gemeentelijke regie robuuste natuurversterking zorgen we ervoor dat we een serieuze samenwerkingspartner zijn en de kansen optimaal benutten. In de Opgave Robuuste Natuurversterking zet de gemeente Ede de komende periode organisatiebreed in op het landelijke thema natuur en de versterking van de natuur. Dit doen we door in de gemeentelijke organisatie de krachten te bundelen op het gebied van natuur, biodiversiteit, groen, landschap en klimaatadaptatie en daarmee stevige allianties aan te gaan gekoppeld aan een investeringsagenda. Voor een nadere toelichting zie programma 5.